top of page

Mijn Blog

Een doorlopende reeks van informatieve vermeldingen


Foto 1

Foto 2

Foto 3

Foto 4

Foto 5

Foto 6

Foto 7

Foto 10




kleinzoon Jim heeft inspiratie

een mooie maaltijd maken is ook een vorm van creativiteit

kleindochter Janou...

opdracht kunstacademie: etsen maken

creatie kleinzoon Jim

Kunstacademie werken met klei

Tas van "Wout" eerste laag met merinowol

veganistische chai taart

ontwerp Janou uitvoering "Oma"

spannend: schoenen vilten

schoenen: werk in progressie

Jehe het zijn echte schoenen

Kunstacademie: Elswout

















Foto 1

Foto 2

Foto 3


Foto 4

Foto 5

Foto 6

Foto 7

Foto 8

Foto 9








Foto 1


Foto 2



Foto 3


foto 4

foto 5

Foto 6


Het meest recente blog bericht: 


27 september 2021

Vezels verven met levensmiddelen kleurstof

De vacht van Lincoln


Annemieke Hendriksen, van De Nerflander, nodigde me uit om de witte vacht van Lincoln (zie foto 1) op te halen. Intussen was ik enthousiast geworden over het verwerken van het alpaca haar tot een draad om van te breien. Zo zacht! Bovendien is het haar (dus geen wol!) hypoallergeen en heel geschikt voor mensen die geen wol verdragen.


De witte vacht leek me heel geschikt om te kleuren. Juist was ik van plan om het vest dat ik van de cognac kleurige vacht van Wout had gesponnen af te wisselen met turquoise.  

Het spinnen van de vacht van Lincoln


Intussen had ik al ervaren dat ik het spinnen van alpaca heel prettig vindt. (Zie het blog van 20 juli j.l.). Deze vacht was echter nog zanderiger en bevatte heel veel kleine zwarte stukjes (zaden?). Ondanks een intensieve wasbeurt en  grondig kaarden kreeg ik ze er niet helemaal uit. Dat betekende dat ik al spinnend zoveel mogelijk puntjes er uit moest peuteren. 

Omdat ik een ervaren spinner ben lukt het me vaak dit al spinnend te doen. (foto 2) Toch zag ik op de klos dat de draad nog niet geheel schoon was. Dit deed me ook besluiten de strengen te kleuren. 

De strengen weken


Alvorens je de gesponnen vezels gaat kleuren wordt geadviseerd ze eerst gedurende een half uur te weken in handwarm water. Zodat er al een zekere verzadiging is met vocht waardoor de kleurstof gelijkmatiger wordt opgenomen.


Je ziet op foto 3 dat als de strengen als ze nat worden kunnen gaan kringelen, dit betekent dat ik eigenlijk te veel twist heb gegeven tijdens het spinnen. Ik ben geneigd te snel te spinnen waardoor de draad te veel omwentelingen krijgt. Mijn ervaring is dat dit zich later wel weer corrigeert. Er zijn spinsters die aan de natte strengen een gewichtje hangen. 

Kleuren met levensmiddelen kleurstof


Ik krijg goede resultaten met Wilton icing colour . Dit is een gel in een potje dat verkrijgbaar is bij webshops die materiaal leveren voor taartdecoraties. Ik bestel de potjes bij wol- uniek Ik heb alle kleuren, en het leuke is dat je de kleuren kunt mengen tot weer nieuwe kleuren.


Het is verassend om te ervaren dat deze kleurstof behoorlijk wasecht is. Ik heb een vestje dat ik op deze manier heb gekleurd en na 3x wassen zijn de kleuren nog heel helder. 


Een ander voordeel is, dat het behoorlijk duurzaam is, je hebt geen chemische spullen nodig om de vezel voor te beitsen en te fixeren. Zelfs bij plantaardig verven gebruik je (weliswaar in kleine hoeveelheden) stoffen die belastend kunnen zijn voor het milieu.


Bovendien  staat bij  deze manier van verven niet je hele keuken op zijn kop. Je verft namelijk de strengen in bakblikken in de oven (zie foto 4).

Voorbewerking van de kleurstof


Doe latexhandschoenen aan en schep nu een theelepeltje kleurstof in een maatbeker, vermeng dit met een kopje natuurazijn. (foto 5) Vul nu de verfstof aan tot een liter met warm water. Giet dit in een bakblik. 


Zo nodig vul je nog aan met wat warm water en natuurazijn. 

De twee strengen die je in een bakblik doet moeten onder het vocht staan. Je duwt nu de strengen in een bakblik met je handen. Zorg dus dat ze zich goed kunnen verzadigen met vloeistof (foto 6) . 

Je kunt zoveel kleuren als er bakblikken in je oven passen. Maar wil je bijvoorbeeld zes strengen van een zelfde kleur, dan heb je drie bakblikken nodig. (Action). Dan is het wel van belang dat je zorgt voor een zelfde hoeveelheid kleurstof per maatbeker. 


Wil je dit heel precies doen dan kun je bij de apotheek een injectiespuitje kopen en daar de vloeistof tot een bepaald milligram mee opzuigen. Spoel de spuitjes met warm water goed uit, anders kan het zijn dat er nog gel in blijft zitten en heb je een mindere hoeveelheid. 

Kleuren in de oven


Je verwarmt de oven niet voor! De vezels moeten gelijkmatig verwarmd worden om vilten te voorkomen. 

Je plaats dus de bakblikken in de oven. De oven zet je op 60 graden. Wanneer de oven ongeveer op temperatuur is zet je de oven (of kookwekker) op 20 minuten. 


Je kunt halverwege de strengen omdraaien. 

Na 20 minuten zet je de oven uit en laat de strengen in de kleurstof nog een nacht staan. Vaak hebben de strengen de volgende dag alle kleurstof opgenomen en is het water helder, of zacht gekleurd (dat hoeft niet altijd, dit is afhankelijk van de hoeveelheid kleurstof).  

Nabewerking


De volgende dag haal je de bakblikken uit de oven. Je knijpt voorzichtig de strengen uit. 

Je neemt nu een bak en vult die met handwarm water en een grote scheut natuurazijn. Voorzichtig laat je de strengen in de bak zakken. (foto 7) Je herhaalt deze spoelingen tot het water nagenoeg helder is.


Je drukt nu voorzichtig het vocht uit de strengen (niet wringen!). En legt een streng op een handdoek (foto 8). Je rolt de handdoek met streng op en gaat nu op de handdoek staan om het laatste overtollige vocht eruit te drukken (Foto 9).

Wanneer je een grote handdoek hebt kun je een aantal strengen tegelijkertijd in de handdoek rollen.

Drogen


Je hangt de strengen nu te drogen. (foto 10).  

Mocht er te veel twist inzitten (de draad krult) dan kun je desgewenst een gewichtje aan de strengen hangen om de draad recht te trekken. Ik doe dat eigenlijk nooit. Wanneer ik de draad eenmaal op de wol heb gewonden breit het uiteindelijk zonder problemen goed uit.

Op de haspel en de bolwinder


Nadat de strengen droog zijn leg ik de streng om de haspel. (Foto 11) en verbind de draad met de bolwinder (foto 12) en voila, tenslotte heb ik acht gelijk gekleurde bolletjes…een lust voor het oog! (foto 13) 


Opmerkelijk is dat alle zwarte pitjes, die nog in de draad leken te zitten spoorloos in het verfproces zijn verdwenen. Ook nu ik intussen  de wol brei, zie ik geen zwarte puntjes meer. 

Foto 13


17 augustus 2021

Praktisch stappenplan voor een creatief project

  • Een eerste voorwaarde om aan een creatief project te beginnen is aarden! Zo geef je je inspiraties wortels en kunnen ze makkelijker tot vorm worden. Daarbij verleent aarding ook focus!;
  • Haal je creatieve plan voor de geest. Als je bedenkt om daar nu aan te beginnen wat voor gevoelens roept dit op? Zijn er weerstanden? Onderzoek deze weerstanden, die b.v. kunnen voortkomen uit perfectionisme/faalangst/ onzekerheid doordat je iets nieuws gaat doen; etc.

Mij overkomt het vaak dat wanneer ik de weerstand kan relativeren ik dan pas enthousiasme bevrijd; *

  • Het (latent) enthousiasme kun je vervolgens activeren door je in de geest voor te stellen dat je bezig bent met creëren. Hoe voelt dat?;
  • Het kan zijn dat je ontdekt dat je niet het goede gereedschap in huis hebt. Niets is zo frustrerend als je slecht gereedschap hebt…denk aan een botte schaar of zaag b.v;
  • Commitment met je creatie is ook aandacht geven aan een goede voorbereiding. Dat betekent niet alleen ruimte maken in tijd maar ook fysieke ruimte. Is je werkblad opgeruimd en heb je alleen datgene liggen wat je nodig hebt?
  • Vergewis je er van of je 100% bereidheid hebt om aan je project te beginnen? Ik noem dat toewijding. In toewijding zijn de kwaliteiten van het hart geïntegreerd. Ben je bereid om hart en ziel aan je project te geven?;
  • En dan: Een twee drie begin! Dat heb ik van mijn viltjuf geleerd. Niet nog eens een kopje koffie halen, iemand bellen of kijken of er nog wat te bikken is in de koelkast. Nee beginnen! Van uitstel komt vaak dan toch weer afstel. Gun je zelf het genoegen door gewoon te beginnen! En dat hoeft niet meteen de hele dag.. maar begin, al is het maar een uurtje. Maak je eis niet meteen te groot. Mijn moeder zei nog al eens “Geen zin? Die zin kun je ook maken door gewoon te doen!”

Door je zelf de ervaring toe te staan groeit het vertrouwen en beginnen de inspiraties zich vanzelf aandienen…en je kunt vaak dan ongemerkt in een tijd vergetende flow komen. “Wat is er een uur voorbij?”;    

  • Je bent lekker bezig en dan wordt je onderweg toch geconfronteerd met de weerbarstigheid van de materie. Het materiaal wil zich niet voegen naar je ideeën. Dan dient zich de frustratie aan dat zich kan vertalen in zelf ondermijnende gedachten. Wees daar attent op. Dit is het moment dat je je bezorgdheid parkeert en toch doorgaat (maak bv even een wandeling vaak dienen zich dan creatieve oplossingen aan). Mik dus niet meteen je creatie in de prullenbak!.

Mijn ervaring is dat de meest ogenschijnlijke mislukkingen, als ik de moed had om door te zetten en te vertrouwen dat uiteindelijk de meest geslaagde creaties werden.


*Een enkele keer moet je concluderen dat het voor een bepaald project niet het juiste moment is. Vanuit de ayurvedische zienswijze heeft het leven een ritme, zo ook heeft onze dag een verschillende energetische gerichtheid Voorbeeld: Voor mij is de ochtend ideaal om aan een nieuw project te beginnen, ik ben dan vitaal en het meest helder van geest en daardoor meer instaat om weerstanden en moeite het hoofd te bieden. Tegen de 2e helft van de middag de zogenaamde ‘’cup a soop time” loopt de energie terug en juist dan is aarding extra belangrijk. Maar dat kan voor jou toch weer anders zijn omdat ieder mens weer een andere energetische constitutie heeft.    

16 augustus 2021

"De moed om creatief te zijn"

“De mens maakt door zijn vermogen van creativiteit het mogelijk dat de schepping kan evolueren.”

Rollo May – “De moed om creatief te zijn”


Door creativiteit zijn we een mede schepper van het bestaan


In 1975 schreef de psychotherapeut Rollo May het boekje “De moed om creatief te zijn” De bovenstaande uitspraak impliceert dat we door het creëren in feite mede schepper zijn van het bestaan. Want door het vermogen van creativiteit kan de schepping evolueren.


Nu lijkt zo’n uitspraak slechts te gelden voor grote kunstenaars of denkers die door hun creaties maatschappelijk invloed hebben waardoor de boel in beweging komt. Michel Angelo had bijvoorbeeld invloed. Zo ook Einstein en Shakespeare en ga zo maar door.

Maar als ik bijvoorbeeld een tas vilt of een trui brei draag ik dan ook bij aan de evolutie? In feite wel….ons unieke zijn met al haar eigen expressieve vormen in woord en gebaar heeft invloed op de omgeving. 

We zullen met die zelfgebreide trui geen maatschappelijke omwentelingen te weeg brengen. Maar heel subtiel draagt iedere creatie toch bij aan anderen. Al is het alleen al door een mooie en lekkere maaltijd te maken. Of als anderen genieten van de kleuren of het model van jouw breisel.

Creativiteit impliceert de wil tot leven


In wezen is ieder mens… ja  heel de levende natuur creatief. Kijk maar eens naar de schoonheid van bloemen en dieren. Heel wat kunstenaars hebben deze uitdrukkingen van de scheppingsdrift van de natuur op een eigen creatieve manier willen vangen op doek, in een beeld of in een gedicht. Met andere woorden: authentieke schoonheid als resultaat van deze scheppingsdrift inspireert.


Je kunt zeggen dat het vermogen tot scheppen, in het perspectief van overleven de natuur is ingeschapen. Omdat wij ook natuur zijn geldt dit dus ook voor ons. 

De wil tot leven wordt uitgedrukt in creativiteit. 


Creativiteit heeft dus veel van doen met levenszin. Wanneer de levenszin dooft neigen we naar destructiviteit. Juist dan kan creatieve arbeid ons helpen om de levenszin weer terug te vinden!

Iedereen is dus in feite creatief


Ik hoor nog wel eens van cursisten: “Ik ben niet zo creatief hoor!” Ik durf dus op grond van het bovenstaande te stellen dat ieder mens creatief is!


Om ons te handhaven in het bestaan moeten we creatief zijn! Creativiteit is immers niet voorbehouden aan het scheppen van kunst met een grote K, maar gaat ook over het vermogen om eigen antwoorden te vinden op dagelijkse uitdagingen waar je mee wordt geconfronteerd. Creativiteit heeft veel van doen met inventiviteit. 


Vooral situaties waarin je niet kunt volstaan met de automatische piloot nodigen uit tot deze inventiviteit. Ga maar eens kamperen dan moet je steeds alternatieven bedenken voor je dagelijks reilen en zeilen. Ooit was ik al kampeerder koffiefilterzakjes vergeten, maar ik ontdekte dat een pantysokje (wel gewassen hoor!) ook prima werkte.


Creativiteit is dus het vermogen om met bestaande elementen een eigen origineel antwoord te vinden.


Ook jouw lichaam is in eerste instantie geneigd, dat als het niet goed functioneert, om in het perspectief van overleven een antwoord te vinden. In de fysiologie spreken we dan van homeostase. Dit is het vermogen van het lichaam om de gezondheid te bewaken door constant het inwendige of interne milieu te herstellen en in evenwicht te houden, ook wanneer de omstandigheden veranderen.

Te veel denken onderdrukt de creativiteit


De Franse Filosoof Henri Bergson (1859-1941) stelt dat de drijfkracht tot scheppen wordt gegeven door een ondoorgrondelijke mysterieuze oerkracht. Hij noemt deze kracht het Elan Vital, die je ook levensstroom zou kunnen noemen.


Wanneer de mens in contact is met die levensstroom vindt hij de inspiraties tot scheppen. Een voertuig om bij die levensstroom te komen is de intuïtie. Hieruit volgt dat intuïtie creativiteit in haar kielzog meevoert


Maar, aldus Bergson kunnen we het contact met die levensstroom wel verliezen. Wanneer we te veel in ons hoofd gaan zitten kan dit onze creativiteit onderdrukken. Door ons denken verliezen we het contact met de creatieve levensstroom…we verliezen het contact met de dynamiek van het leven. 


 In mijn workshops en cursussen probeer ik dus cursisten die vast lopen in hun creatieve vermogens op een speelse manier dichter bij hun intuïtie te brengen. 

Het hoofd schept vast omlijnde plannen hoe het resultaat moet zijn. Perfectionisme is in deze een killer. Dit maakt dat we het plezier in het proces van scheppen verliezen. We komen dan in een soort kramp terecht waardoor we niet meer ontvankelijk zijn voor intuïtieve creatieve ingevingen.


Het is me ook vaak overkomen dat een ogenschijnlijk mislukt project, omdat soms ook de materie niet wil doen wat ik heb bedacht, uiteindelijk een geslaagd product wordt. Dat betekent dat ik mijn vooropgezette doel moest loslaten om ruimte te maken voor andere inspiraties. En vaak als ik even afstand nam reikte mijn intuïtie mij een subliem alternatief aan. 

Dit is nu zo’n voorbeeld dat ik me een medeschepper voel en dat levert een sensatie van blijdschap. Creëren is in feite ook een vorm van spelen. 

Kennis, kunde en ervaring


Nu is het wel zo dat wil je iets creëren, je wel eerst enige kennis en vaardigheden moet hebben. Als voorbeeld noem ik het vilten. Naar mate je meer ervaring hebt met het vilten vergroot je ook weer je vaardigheden en dit geeft inspiratie.

Juist ook van zogenaamde ‘fouten’ leer je omdat je creatief oplossingen moet bedenken. Het leert je ook hoe je het de volgende keer anders gaat doen. Met andere woorden geef je zelf ook kans op het experiment.


Maar je kennis, kunde en ervaring kan soms ook zorgen voor een zekere (beroeps)blindheid waardoor je verwijderd raakt van de creatieve levensstroom. 


Ooit had ik een paar pantoffels van vilt gemaakt. Ik wilde daar schoenzolen onder lijmen, maar bedacht dat ik ook aan de schoenmaker kon vragen dat voor me te doen. De schoenmaker stelde, omdat de schoenen van stof waren dit absoluut niet kon. Ik protesteerde met de opmerking “Maar mijn viltjuf heeft al meer als honderd paar sch….” Bars reageerde de schoenmaker dat mijn viltjuf er niets van kon weten omdat hij al dertig jaar ervaring had als schoenmaker.

Ik mailde met mijn viltjuf en ze zei dat ze wel een manier had gevonden waarop dit kon. Je moest de vilten zolen eerst zo glad mogelijk schuren en dan zorgen dat er een dikke lijmlaag (verschillende lagen) op werd aangebracht. Ik paste dit toe op de pantoffels. Nu na anderhalf jaar intensief dragen zitten de zolen nog muur vast. 

Mijn viltjuf heeft zichzelf dus de kans gegeven door de bereidheid tot proefondervindelijk experimenteren te komen tot een goed resultaat. Dit hele proces verlangt dus ook creativiteit.


Naar de mate je meer kennis, kunde en ervaring opbouwt wordt je gereedschapskist van oplossingen groter, waardoor je meer tools in handen hebt om te creëren. Waarbij je de openheid houd om door middel van experiment de kist te blijven aanvullen.


Voor zo’n creatief proces is dus beslist moed, geduld en volharding nodig. Met andere woorden: geef je zelf de kans om te evolueren en dat betekent dat je niet te snel het bijltje er bij neer moet gooien.  

25 juni 2021

Waarom Oma's breien

Het stereotypische beeld van de breiende oma 


Het is een stereotypisch beeld van een oudere vrouw (‘omaatje’) in een fauteuil of schommelstoel, grijs knotje, met een breiwerk in de aanslag en vaak nog geflankeerd door een kat. 

Op zijn slechts zou je zo’n stereotypering uit kunnen leggen als een manier om oudere vrouwen op de plaats achter de geraniums te houden.


De realiteit van dames op leeftijd heeft dit beeld, dankzij de 2e feministische golf, al minstens vijftig jaar ingehaald. Daarbij is door de digitalisering de wereld veel groter en ruimer geworden waardoor het aanbod aan activiteiten voor iedereen, dus ook voor ouderen, veel groter is. Dat wil zeggen dat de vrouwen op leeftijd niet meer noodzakelijk veroordeeld zijn tot de breipennen.


Des al niet te min wordt er in toenemende mate steeds meer gebreid (niet alleen door ‘omaatjes’) en dat is niet zonder reden.


Toch kom ik tot de conclusie dat de stereotypering van het omaatje met knot breiend in de schommelstoel, verwijst naar het archetype van de Oude Wijze Vrouw een typering die een boodschap voor ons heeft waarbij we de diepere betekenis van het breien kunnen onthullen.



De vrouw in de 3e levensfase: “De Oude Wijze Vrouw”


In de natuur religieuze traditie wordt een indeling gemaakt van de vrouwelijke levensfasen naar, Maagd, Moeder en Oude Wijze. 


De Maagd is het meisje in de pubertijd die aan de vooravond staat van het ontluiken tot vrouw. 

De Moeder geeft betekenis aan het voedende aspect van de vrouw en deze komt tot manifestatie in haar volwassen leven. Het is de bedoeling dat ze in haar werk en of gezin gaat geven aan het leven. 

En in de 3e levensfase, die allengs intreedt na de menopauze, beweegt de vrouw zich in de richting van De Oude Wijze. Ze is weliswaar gestorven voor haar lichamelijke vruchtbaarheid maar er komt meer ruimte voor haar geestelijke vruchtbaarheid. 


Als het goed is hoeft ze zich maatschappelijk minder waar te maken. Dit betekent dat er ruimte komt voor relativering van uiterlijk vertoon ten gunste van haar intuïtieve vermogens die nu meer tot bloei kunnen komen omdat ze ontslagen is van veel verplichtingen. 

 De vrouw wordt nu tot Oude Wijze, de vraagbaak voor de gemeenschap. 


Ze kan zich terugtrekken in haar hut om zo de ruimte van de ongeziene wereld te betreden. Uit deze transcendentale wereld put ze door middel van afstemming haar wijsheid waar ze vervolgens haar gemeenschap mee voed. 

Hoewel ze een meer terug getrokken bestaan leidt staat ze geenszins buiten de gemeenschap. Welbeschouwd voed ze, door haar aanwezigheid en afstemming , het hart en de ziel van haar gemeenschap.



De breiende oma


Het beeld van de breiende oma, gezeten in haar schommelstoel en geflankeerd door een kat, komt nog uit een tijd dat Oma’s in families een centrale rol hadden. 

Deze rol is de laatste eeuw vervaagd omdat er zo’n groot accent is komen te liggen op het arbeidsproces. Wanneer je geen deel meer hebt aan het arbeidsproces laat zich dat voor veel pensioenado’s voelen als degradatie tot een tweede rangburgerschap. 

Onze samenleving beziet ouderen vaak ook als zodanig. De nadruk die bijvoorbeeld in de reclame ligt op er vooral jong en vitaal uit moeten zien, verraad dat de waarde van de 3e levensfase in onze eeuw wordt ondergewaardeerd. De cosmetische industrie, om in de terminologie te blijven, spint goed garen bij de taboesering van de ouderdom.


Welbeschouwd zou je kunnen zeggen dat de stereotypering van het breiende omaatje in de schommelstoel een afgeleide is van het archetype van De Oude Wijze vrouw. In een eerdere blog dat ik 14 juli j.l. schreef stelde ik dat de activiteit van het spinnen leidt tot bezinning. Door het ritme van het wiel kom je in een cadans die je je in een zekere trance brengt. Je zou kunnen zeggen dat dan de deur geopend wordt naar diepere lagen van het bewustzijn waardoor spontaan ruimte wordt geboden aan intuïtieve wijsheid.


Breien, geeft ook deze ervaring! De activiteit van het breien beweegt zich buiten de tijd, je hoeft er geen deadlines mee te halen. Breien, als je het in de vingers hebt, is net zoals het spinnen een geruststellende activiteit.


Het is daarom niet zonder reden dat in toenemende mate steeds meer jonge mensen mijn atelier bezoeken. Opmerkelijk is dat de impuls om te willen leren spinnen en of handwerken, zoals breien voor velen een antwoord is op een burn out. Er is blijkbaar een intuïtieve notie dat deze activiteiten je voor het moment onttrekt aan de maatschappelijke ratrace.


De symboliek van de kat


Het is dan ook niet zonder betekenis dat op veel afbeeldingen van de breiende oma een kat aanwezig is. De kat ligt aan haar voeten of in haar nek op de rand van de leunstoel. 


Een kat is immers ook een eigenzinnig dier dat zich niet laat bepalen door de eisen van de gemeenschap. Een kat is immers een solitair dier en geen deel van een roedel of een kudde. 

Een kat vervuld zijn of haar eigen behoefte. Wanneer het te druk wordt trekt de kat zich terug om in haar eigen hol te gaan slapen. Maar ze slaapt niet echt…ze is alert voor alle geluiden en bewegingen in haar omgeving. 


Veel mensen beschouwen een kat ook als een magisch dier dat nog met een pootje in de ongeziene wereld staat en daar als zodanig op reageert. Men zegt dat ze instaat zijn om entiteiten waar te nemen en als zodanig ook beschouwd kan worden als een boodschapper tussen onze materiele- en geestelijke wereld.


Je zou kunnen zeggen dat het beeld van de kat, op de voorstelling van de breiende oma, een metafoor is voor de verhoogde intuïtieve (lees paranormale) vermogens van De Oude Wijze Vrouw, breiend in haar schommelstoel.



Iedere steek is een uiting van liefde.


Wat breit oma zoal? Nu vaak gaat het om breisels die bedoeld zijn voor haar kinderen of kleinkinderen. Nu zijn niet alle kleinkinderen daar even blij mee. Ik herinner me nog het vriendinnetje van de lagere school die ’s winters klaagde over de kriebelende gebreide borstrok die oma had gebreid. Maar die ze, als waardering voor de moeite van oma, toch noodgedwongen moest dragen.


Nu zullen we geen borstrokken meer breien. Des al niet te min wordt er nog regelmatig gebreid voor kinderen of kleinkinderen of anderen waar we een binding mee hebben. En dat geeft een extra dimensie! Al breiend kun je in iedere steek een stukje stilzwijgende liefde en betrokkenheid leggen.


Ik voel in ieder geval ook de impuls om met liefde voor mijn familie te breien. Maar ik heb wel geleerd om met diegene waarvoor ik wil breien, te overleggen of mijn breisels wel een toegevoegde waarde heeft aan de garderobe. Mijn kleindochter van elf, heeft een nadrukkelijke eigen smaak.


Ik betrapte me erop dat ik extra verheugd was dat mijn dochter groen licht gaf voor de stola die ik wil breien van de wol van het Ryelandschaap die ik heb gesponnen. In gedachte zie ik haar al zitten, op de vrijdagmiddagen op haar bank, haar cocoon moment van de week, waarin ze zichzelf in het najaar en de winter hult in een fleece dekentje. Hoewel ze een vrouw is van bijna veertig vind ik het een vervullende sensatie om haar, middels de zelfgesponnen en gebreide stola, te omhullen met mijn moederlijke warmte. 


20 juli 2021

Het spinnen van de vacht van Wout


Het pré menstruatie vest


Jaren geleden kocht ik voor € 200,- een vest van alpacawol. 

Het werd mijn lievelingsvest, een lekker groot woonvest waarin ik me gekoesterd voelde, vooral op dagen dat ik behoefte had om me terug te trekken in mijn eigen cocon. Juist vlak voor de menstruatie had ik van die dagen, ik noemde dit vest dan ook mijn pre-menstruatie vest.


Ik bedacht toen met spijt dat het toch heerlijk zou zijn als ik mijn eigen alpaca zou kunnen spinnen en breien. Ik had mijn spinnenwiel echter al weer lang de deur uitgedaan vanuit de gedachte dat het spinnen een activiteit zou zijn die passé was in mijn leven. Gelukkig heb ik inmiddels al weer vijf jaar het spinnen herontdekt.


 Anderhalf jaar geleden kreeg ik van een cursiste een grote pluk alpaca en ik vond het wederom heerlijk materiaal en plaatste de alpacavacht weer op mijn verlanglijstje (ondanks dat de menstruatie al weer jaren achter me ligt).


In het voorjaar vertelde een medestudente van de kunstacademie dat ze een alpaca had gekocht met zulke mooie kleuren. Ik vroeg waar ze de alpaca vandaan had. Ze bracht me in contact met Annemieke Hendrikse, eigenaresse van de Nerflander een praktijk voor psycho motorische (kinder) therapie PM(K)T in Doornspijk. Bij deze therapie worden onder andere dieren, zoals de alpaca’s in de therapie ingezet. Zo leerde ik Wout kennen…




Verliefd


Annemieke bracht de alpaca’s dicht bij me en gaf me instructies waar de betrokken Alpaca bij voorkeur geaaid wil worden. 


Wout, van wie ik besloten had het cognac kleurig vachtje te nemen, vindt het lekker om over zijn neus gekriebeld te worden. 

De alpaca’s zo dicht bij en hun zachte warme adem langs mijn wangen voelen strijken, maakte me opslag verliefd en die liefde werd nog eens bekrachtigd toen Wout me mijn zijn grote bruine ogen aankeek. (foto 1)


“Ze voelen zich op je gemak bij je!” concludeerde Annemieke. Dit gaf me de veiligheid om Annemieke toe te vertrouwen dat ik me via een cursus ook aan het bekwamen ben in diercommunicatie.

Ik besefte dat de ontmoeting met Wout een extra dimensie geeft aan het strakjes verwerken van zijn vachtje…dat overigens geen wol wordt genoemd maar haar is. (foto 2)




Wassen


Hoewel spinners (v/m) het er niet over eens zijn of je een vacht voor het spinnen nu moet wassen of juist niet, vind ik het aanbevelingswaardig om de alpaca voor het kaarden of kammen wèl te schonen.

In tegenstelling tot schapenwol, bevat alpacavacht geen lanoline (is wol vet ), Er zit  wel veel zand in, dat er na het wassen en drogen nog niet helemaal uit is. 


Ik vul een grote kuip met redelijk warm water. Het blijkt dat de alpaca vacht warm water goed kan hebben. Mijn ervaring is dat het dan nog niet gaat vilten. Maar waak er voor dat je de vacht in het water niet beweegt (beweging , zoals in een droger bijvoorbeeld, , is ook een factor die bijdraagt tot vervilting. Alpaca wol heeft immers aardige viltkwaliteiten).


In de kuip giet ik een dopje van goedkoop fijn/wolwasmiddel. 

Doe de alpaca in waszakjes. (Te koop bij de Action 2 voor € 0,69)  Omdat de vacht wordt geknipt krijg je ze aangeleverd in losse lokken waardoor je afvoerputje makkelijk verstopt kan raken.


Ik dompel de twee gevulde waszakjes met een houten pollepel voorzichtig onder en laat de kuip minstens een paar uur staan. (Zie foto 3). Vervolgens knijp ik de waszakjes voorzichtig uit (niet wringen!).

Ik gooi het water weg dat dan echt heel zwart is. 


IK vul opnieuw de kuip met warm water en doe er nu ruim Babyshampoo in. Alpaca is immers haar, en de fles vermeld dat het zacht is voor de haartjes!.

 Weer laat ik de kuip met alpaca een paar uur staan. Ik vervolg het procedé door de zakjes weer voorzichtig uit te knijpen.. en nu doe ik slechts warm water in de kuip om de shampoo eruit te spoelen.


Ik laat dit water staan tot het afgekoeld is. Als het goed is, is het water, na deze laatste beurt, helder. Zo niet, kan het toch zijn dat voor je de kuip met de fase babyshampoo vult, je een extra beurt fijn/wasmiddel moet invoegen, maar dat is even uitproberen. De ene vacht is immers vuiler als de andere.




Drogen


Opnieuw knijp je de waszakjes goed uit. Je legt nu een grote handdoek neer en legt de gewassen alpaca in een reep op de handdoek (zie foto 4). De handdoek rol je op en gaat er dan op staan om het overtollige vocht uit de vacht te drukken .(zie foto 5).


Vervolgens hang je van die etage gaasmanden op (zie foto 6 ). Vroeger waren deze bijvoorbeeld voor kinderkamers te koop bij Ikea, maar Ikea verkoopt ze niet meer. Toch heb ik aardig wat van dit soort gaasmanden kunnen scoren bij kringloopwinkels. 


Vervolgens vul ik de etages met plukjes wol. Deze manden zijn ideaal omdat aan alle kanten, als je ze op een zonnige dag buiten hangt, de wind er door kan waardoor het drogingsproces versneld. Je kunt ze ook voor het raam binnen hangen. Het staat overigens ook nog decoratief!



Kaarden of kammen


De vakman hanteert de regel dat als de lokken langer zijn dan 15 cm je de kamtechniek gebruikt. Dat is een hele verfijnde maar ook arbeidsintensieve techniek waarbij je ook veel meer vezelverlies hebt. Wanneer de lonten kleiner zijn dan 15 centimeter kun je het beter kaarden. 

Nu bestond mijn vacht uit wisselende lengtes. Bovendien had ik in mijn boshuis de kammen niet bij me maar wel de kaardmolen. En eigenlijk leverde dat mooie, schone en vooral goed spinbaar materiaal op. 

Wel is het zo dat onder de kaardmachine, ondanks de wasbeurt, nog veel zand vond. Maar ik heb de ervaring dat ook door het kammen en kaarden niet alleen de vezels de juiste richting worden opgetrokken maar dat het ook een probaat middel is om de vacht nog van de laatste rommel te schonen.

Wanneer je geen kaardmolen bezit kun je ook heel goed met behulp van de kaardborden de zogenaamde rolags maken. Zie voor de werkwijze hiervan het blog dat ik over katoen heb geschreven. Daar wordt met foto’s geïllustreerd hoe je deze rolags maakt.



Het spinnen van de alpaca vacht


Nu is het met ieder nieuwe vezel zo dat je even moet ervaren wat deze nodig heeft. Dat maakt dat bij mij de eerste meters van een onbekend vachtje die ik ga spinnen, de draad altijd ongelijkmatig is Maar na verloop van tijd krijg ik het ritme te pakken en ontstaat een mooie gelijkmatige draad.


De alpaca is vrij los, daarom kun je de vezels tijdens het spinnen niet heel lang uittrekken, maar heb je -net als bij het spinnen van katoen- de linker en rechterhand wat dichter bij elkaar. Maar zorg er voor dat je de lont ook weer niet te stevig vast hebt, je moet  op een luchtige wijze de vezels uit de lont kunnen trekken.


Ik moet zeggen dat ik het spinnen van alpaca heel prettig vindt en wederom weer een dunne draad kan maken. Nu ben ik bij voorkeur een dunspinner. Dat is ook omdat ik liever op een kleinere naald brei om dunnere vesten te kunnen breien. Ik vind dikke vesten altijd lastig onder een overjas: dan voel ik me net een gestopte worst. (foto 8)


Proeflapje


Tot slot maakte ik een proeflapje (van 10 x 10 cm). Ik onderzoek dan welke naaddikte het meest geschikt is en reken vervolgens uit hoeveel steken ik op 10 cm nodig heb en hoeveel pennen ik nodig heb om de hoogte van 10 cm te krijgen. Ik maak daar een aantekening van en hang dit als label aan het proeflapje. Dit is handige informatie om straks (zelf) een patroon te maken of een patroon uit te kiezen. (zie foto 9)


Zo’n proeflapje is ook prettig om te voelen hoe het breisel op de huid voelt. Alpaca is overigens hypoallergeen en kan goed verdragen worden door mensen die met huidirritatie reageren op schapenwol. 


Tijdens het breien van het proeflapje zag ik al voor me hoe ik het vest ga maken. . Het vest krijgt in de randen -boven de boorden- ingebreide motieven van Kokopelli (een indiaans vruchtbaarheidssymbool) afgewisseld met zonnetjes.


Intussen heeft Annemiek me laten weten dat ik in ruil voor ook een bolletje Alpaca van Wout, de witte vacht mag komen halen. Dat opent weer perspectieven om te verven en te gebruiken als inbreimotieven… En ja natuurlijk ga ik met de alpaca ook vilten. Wordt vervolgd! 

14 juli 2021

Spinnen is bezinnen!


"Spinnen is bezinnen" concludeerde mijn lief. Ik vertelde hem dat wanneer ik in de spinflow zit, dat wil zeggen dat mijn handen als vanzelf een mooie evenwichtige draad creëren, terwijl het wieltje genoeglijk snort, het lijkt alsof ik in een extatische tijdloosheid terecht kom.


In deze staat wellen er regelmatig beelden en herinneringen, van lang geleden, op. Ze zijn als bellen die vanuit de diepte van mijn bewustzijn naar de oppervlakte komen en beschenen door de zon van aandacht, als parels worden belicht. Deze vergeten flarden verlangen een herbezinning, waardoor mijn huidige leven wordt verruimt.

Ik beschouw daarbij niet alleen het verleden en het heden maar ik zie ook duidelijker waar ik vooralsnog naar toe wil. De gesponnen draad als metafoor voor de levensdraad krijgt hier voor mij betekenis.


Het doet me ook denken aan de drie schikgodinnen uit de Noorse Mythologie, De Nornen: ze spinnen een draad vanuit verleden naar het heden die zich ontwikkeld naar een toekomst toe. Zo spinnen ze het lot van mensen en goden. Het lot ligt echter niet vast omdat we ook een vrije wil hebben, waardoor we ieder moment nieuwe keuzen kunnen maken. Dit besef maakt het leven oneindig dynamisch en creatief.


Zo gaat het ook letterlijk met spinnen: Wanneer het spinnen niet gaat zoals ik wil zoek ik naar een oplossing. Soms ga ik te raden bij andere spinners v/m via de FB groep “spinnen en spinnenwielen”. Maar ook uit ondervinding ontwikkeld zich een manier om een mooie evenwichtige draad te krijgen. 

Soms ben ik letterlijk de draad kwijt…en dan wordt het chaos op mijn klos. Dat vraagt heel veel geduld om het losse eindje (met behulp van de een tandenborstel) weer te vinden.


Ik vertel mijn lief dat als ik een paar dagen niet heb gesponnen omdat ik me ook moet kwijten van andere taken en verplichtingen, dat ik zelfs een beetje chagrijnig wordt. Spinnen is voor mij een manier om te verwerken en te verteren. Al spinnend passeren ook de recente belevingen de revue. Bijvoorbeeld een filmfragment, een stukje uit de krant of een gesprek dat ik wandelend met de hond, heb gehad. Al spinnend worden die belevingen geëvalueerd en krijgen een (voorlopige) nieuwe plaats in mijn bewustzijn. En dat schept ook een evenwicht in mijzelf.


Voor mij is spinnen een heilzaam antwoord op een haastige samenleving die met al haar vluchtigheid en prikkels er vaak voor zorgt dat ik mijn gedachten niet af kan maken. Wanneer ik daar geen tijd voor heb raak ik ontworteld en verlies ik allengs betekenis, zin en kracht.

Een aantal spinnende collega’s meldde mij dat het ook mensen met ADHD helpt om zich te focussen en dat ze daardoor meer rust ervaren.


Ik kom steeds meer tot de conclusie dat spinnen een heilzaam ambacht is, niet alleen in psychologische zin maar ook in het perspectief van duurzaamheid. Bovendien krijgt een zelfgesponnen en gebreide trui een emotionele en zinvolle betekenis, die je niet snel zult wegdoen. Dat is anders, bijvoorbeeld, als met het synthetisch uitverkoopje van C&A.

Na mijn pleidooi lanceert mijn lief weer quote op onze eettafel: 

“Een dag niet gesponnen is een dag niet geleefd!”    

26 juni 2021

Het spinnen van bamboe


Zoals ik eerder melde staat dit voorjaar en de zomer onder andere het spinnen van plantaardige vezels op het programma. Deze maand koos ik voor bamboe.

Bamboe is een grassoort. De stengels zijn hol, zoals bij vrijwel alle grassen, en worden op geregelde afstanden onderbroken door knopen, waar de bladeren zijn aangehecht. (zie foto 1)

Bamboe wordt in uiteenlopende klimaten aangetroffen, van koude berggebieden tot hete, tropische streken



Voordelen van bamboe


Bamboesoorten groeien vaak heel snel. De snelst groeiende hebben groeisnelheden van bijna een meter per dag! Daarom heeft het kweken van bamboe voordelen ten opzichte van de teelt van katoen. Bamboe groeit op alle soorten ondergrond. Hierdoor kan het geteeld worden in gebieden die anders ongeschikt zijn voor landbouw. Na de oogst blijft de plant staan en gaat de groei gewoon door. Hierdoor hoeven geen bossen gekapt te worden om aan de wereldwijde vraag te voldoen zoals bij katoen.


Het gewas absorbeert meer koolstofdioxide, wat een positief effect heeft op het klimaat. Tevens produceren de planten 30 tot 35 procent meer zuurstof dan andere bomen. Een voordeel is ook dat er voor het groeien van bamboe, door haar antibacteriële eigenschappen geen pesticiden nodig zijn.


Wat betreft de draagbaarheid blijkt dat bamboe wel 70 procent meer zweet op dan andere textielvormen. Bamboe is temperatuur regulerend: extra verkoeling in de zomer en extra verwarming in de winter.. En bamboe is heel zacht en heeft een mooie glanzende vezel. We kunnen dat al zien op foto 2



Een nadeel


Een groot nadeel is echter dat bij de verwerking van de ruwe bamboevezel tot een bruikbare viscose vezel er gevaarlijke pesticiden worden gebruikt die belastend zijn voor het milieu en de werknemers die in dit proces werken Een goed alternatief is de mechanistische manier van verwerking waarbij gebruik wordt gemaakt van natuurlijke enzymen. Maar dit verlangt een veel arbeidsintensiever proces en maakt de bamboe relatief duur.


Nu was de bamboe die ik kocht niet goedkoop (€ 43,- in totaal). Toch kon ik nergens terug vinden of deze bamboe op een chemische of mechanistische wijze is bewerkt. Ik zou voorstander zijn van een label die de duurzaamheid aangeeft, zoals bij biologische katoen.



Het spinnen van de bamboe


Ik kocht bij Hawar, het textielinstituut in Oldekoop, 3 pakketjes met 8 kleurtjes lont. (totaal 480 gram). Zie foto 3.


Na mijn uitdagende ervaring met het spinnen van katoen, bleek het spinnen van de bamboe veel gemakkelijker. Het had ook minder neiging om te kringelen (te sterke twist). Daarom durfde ik het wel aan om de bamboe te spinnen op mijn Louet Victoria. Dit inklapbare wiel is kleiner en maakt dus net als een vouwfiets die kleinere wielen heeft, een snellere omwenteling. Juist omdat ik bij het spinnen een pittig tempo heb maakt dat de vezels die gesponnen worden op deze kleinere Louet nog meer neiging hebben tot te veel twist. Het spinnen van katoen op dit spinnenwiel is voor mij bijvoorbeeld ondoenlijk. Ondanks de discipline om langzamer te trappen werd het toch een kringelende bende. Het spinnen van de bamboe daarentegen ging op dit wiel perfect. Het gaf een mooie dunne draad.


Het lijkt me dan ook op een gewoon spinnenwiel aan te bevelen om bij het spinnen van bamboe (net als bij katoen) de hoogste ratio te gebruiken. Dat wil zeggen dat je de snaar in de laagste groef van de snaarschijf plaats. Met andere woorden, hoe kleiner de diameter van de snaarschijf hoe hoger de ratio (snelheid). Wanneer je bijvoorbeeld een traditionele Louet hebt zet je de kleinste schijf van de klos naar achteren. (Als voorbeeld kun je nog even naar de foto’s 6 en 7 kijken die ik bij het artikel over katoen spinnen heb geplaats.)




Het spinnen van de vezelrichting


Het is van belang om niet meteen de hele lont op schoot te nemen. De ongesponnen bamboe raakt dan gauw in de klit en het wordt dan moeilijker om er spinnend de vezels uit te trekken, waardoor het spinnen stagneert : de draad breekt of er wordt een dikkere pluk door het vluchtgat getrokken. Het resultaat is een ongelijkmatige draad.


Het is beter om steeds een plukje vezels uit de lont te trekken zie foto 4 . Je spint dan dwars op de vezels. Ik leg zoals de foto laat zien het plukje luchtig uit elkaar en spin dwars vanuit het midden van dit plukje en dan worden de vezels al spinnend makkelijk geleid. Zie ook foto 5 de linker getekende afbeelding (met groen vinkje). Soms gebeurd het dat je al spinnend toch naar het einde van de vezelpunt wordt geleid en dat spint lastiger en maakt dat de vezel je makkelijk ontglipt. Je kunt dan beter weer even opnieuw aanhechten vanuit het midden van de vezel. Dat betekent ook dat je nooit rechtstandig vanuit de lont moet spinnen zoals aangegeven op de rechter tekening van foto 5 (met rood kruisje).


Gestaag door de maand heen heb ik de 8 kleurtjes tot mooie gelijkmatige knotten gesponnen. ( zie foto 6) Per kleur spon ik twee klossen ieder van anderhalve lont. De twee klossen had ik nodig om een draad te kunnen twijnen. En nu maar hopen dat ik genoeg heb voor een vest.

Ik ben nu van plan om zelf een fair isle ontwerp te maken. In de volgende nieuwsbrief zal ik daar een illustratie van geven.  

1 juni 2021 (aankondiging)

De tour de Fleece 2021 Team lage land

:Zoals al aangekondigd in mijn nieuwsbrief ga ik meedoen aan het team van "De tour de Fleece - lage land"  Misschien is het ook iets voor jou? De waarde is dat je een periode intensief spint met altijd een vruchtbaar resultaat dat je straks weer kunt verwerken tot een werkstuk.  Maar bovenal gaat het om plezier en uitwisseling.

Je kunt je aanmelden via de Facebookgroep: Tour de fleece Team lage land

Hieronder laat ik alvast Gitte Loos aan het woord (initiatiefneemster van dit team):

   

""Met de zomer in het vooruitzicht gaan we ons ook weer verheugen op de Tour de France. Vorig jaar hebben we veel plezier gehad ik heb zin in de komende tour.


Op 26 juni start de tour de France. En wij als spinners hebben dan ons eigen feestje de tour de fleece.


Wat is de bedoeling:

  • Je spint elke dag dat de tour fietst. Zaterdag 26 juni tot zondag 18 juli.
  • Je kiest je eigen project.
  • En er zijn rustdagen op 5 en 12 juli net als de echte tour.
  • Elke dag post je minimaal 1 foto van je voortgang in de groep.

Een optie is om iets voor jou persoonlijk uitdagends op de zwaarste/hoogste berg-etappe te spinnen:

Dit jaar is de eerste op zondag 4 juli, wanneer het bergachtige programma van de dag begint met de tocht naar de Col du Pré gevolgd door de majestueuze Cormet de Roselend voordat de fietsers de lange laatste klim opgaan die onder de dam helemaal naar de Val Claret sluipt.


De tweede is op zondag 11 juli, wanneer de fietsers door Prades, Font-Romeu, de col de Puymorens, de Port d'Envalira en Beixalis reizen met hellingen die even moeilijk te beklimmen zijn als lastig af te dalen.


Je draagt geel op een dag dat je je bijzonder succesvol voelt. (Geel is de kleur van de raceleider in de Tour - maar hier zijn we allemaal 'race leaders') Andere kleuren indien het je motiveert: Groen (sprinter - denk SNEL), Polka-stip (klimmer - als in bergop) en wit ( Rookie).

Als je mee doet:


• Vertel wat je plannen zijn tijdens de tour. (eigen post)

• Post iedere dag een foto van wat je resultaat is.

• Moedig elkaar aan..


En ons belangrijkste DOEL:

• Daag jezelf uit.

• Spin.

• Heb plezier.


Gitte""








foto 1

foto 2

foto 3

Foto 4

Foto 5

Foto 6

Foto 7

Foto 8

Foto 9

Foto 9b

|Foto 10

Fotot 11

Foto 12

17 mei 2021

1Het spinnen van katoen verlangt liefde en geduld..

Gedurende het voorjaar en de zomer heb ik mij voorgenomen om me te bekwamen in het spinnen en verder verwerken van plantaardige vezels. De bedoeling is dat ik verslag zal doen van deze bevindingen. Wil je op de hoogte blijven meld je dan aan voor de nieuwsbrief. 


Katoen

Als eerste staat katoen op het programma. Katoen is een zachte, eencellige vezel, die uit de opperhuid van de zaden van de katoenplant groeit. We zien (zie foto 1) dat het kleine witte bolletjes zijn die uiteindelijk gesponnen kunnen worden tot een mooie lange draad.

Het spinnen van katoen verlangt nogal wat spinervaring. Door de korte vezel lengte (10-55 mm) en de gladde structuur van de vezel zal de draad in het begin makkelijk breken. Mijn ervaring is dat je jezelf tijd moet geven om als het ware de vezel te gaan ervaren en te voelen wat het nodig heeft met betrekking tot spanning, ratio (zie onder) en eigen ritme van het trappen. Het gaat vooral om een goede balans tussen het geleide van de vezel en de gestage snelheid van trappen. In het navolgende zal ik je de nodige tips geven. 

Voorbereiding:

Bij Hawar, het textielinstituut in Oldeberkoop (Friesland) bestel ik 700 gram spin katoen (foto 2) Ik heb vooralsnog geen idee wat ik nodig heb voor een heel vest.

Veel spinsters maken van de vezels, alvorens ze gaan spinnen puni’s. Een puni is een compact minirolletje en vooral geschikt voor een korte vezel: Je legt wat plukje katoen tot halverwege je kaardbord. ( foto 3)Je maakt de vezel los terwijl je het om twee ronde stokjes of breinaalden rolt (foto 4) Je trekt stokjes/of de breinaalden eruit en je hebt een mooi pluizig rolletje dat je vanaf de top kunt spinnen.( foto 5) De ervaring is dat de vezel zich dan iets soepeler geleid.

Mijn ervaring is dat het direct spinnen uit de lont (zie later) als je de vaardigheden van het geleiden van de vezel te pakken hebt, prima gaat. Maar dit is een kwestie van uitproberen. Wel maak ik tenslotte een puni van de afgebroken stukjes, en plukjes die tijdens het spinnen op de grond zijn gevallen. 

Ieder zijn eigen ‘ratio’

Zowel op internet als in de literatuur wordt geadviseerd je spinnenwiel op de hoogste ratio te zetten. Dat wil zeggen dat je de snaar in de laagste groef van de snaarschijf plaats (foto 6) Met andere woorden, hoe kleiner de diameter van de snaarschijf hoe hoger de ratio (snelheid). Wanneer je bijvoorbeeld een traditionele Louet hebt zet je de kleinste schijf van de klos naar achteren.

Maar….dit advies volgde ik op en het resultaat was dat mijn katoen dramatisch ging ‘twisten’. Met twist wordt bedoeld dat per millimeter er te veel draaiing is waardoor de draad gaat kronkelen. En vooral katoen heeft nog sterker deze neiging! Twist krijg je doordat je dus te snel gaat. Ik ben een snelle spinster dat wil zeggen dat ik mijzelf steeds moet manen om langzamer en langzamer te trappen. Voor mij betekent het dus dat ik juist bij het spinnen van katoen mijn snaar in de hoogste groef moet plaatsen (foto 7 van de louet ) zodat ik een lagere ratio (snelheid) krijg. En inderdaad dat werkte. Na verloop van tijd kreeg ik een mooie gladde draad, met soms nog een beetje twist, maar dat loste zich op bij het twijnen.

Ik zou je dus willen adviseren, om eerst te onderzoeken wat voor jou de beste ratio is, omdat het dus afhankelijk is van jouw snelheid van spinnen. Daarmee is ook gezegd dat niet ieder spinnenwiel het zelfde is. 

Spanning

Ook moet je de spanning goed regelen. Dat kun je doen door de ‘rem’ losser of vaster te draaien. Bij de traditionele Louet spinnenwielen (Ierse spanning) zit aan de voorkant een schroef met leren riempje (foto 8) De spinnenwielen met Schotse spanning (foto 9) hebben elastiekje of draadje dat met de klos meeloopt. In de regel wordt geadviseerd bij garens met een hoge twist (zoals katoen) de spanning zo los mogelijk te zetten waardoor de spoel minder trekt. Deze losse spanning werkte ook bij mij het beste. Gelukkig heb ik nog assistentie van een wezentje dat helpt mijn spanning te regelen (foto 9b)

Te fluffy of te veel twist?

Je spint dus een evenwichtige draad als deze niet te fluffy is (te weinig omwentelingen per millimeter) waardoor de gesponnen draad nog niet hecht is en gemakkelijk breekt. Of te veel twist (te veel omwentelingen per millimeter).

In geval van te veel twist moet je dus onderzoeken of de ratio niet te hoog is (zie boven) waardoor je te snel gaat. En kijk ook of de spanning los is. Voorst kan het zijn dat je te snel trapt. Ik zelf trapte met een mantra in mijn hoofd “Langzaam en geleidelijk, langzaam en geleidelijk…”.

Wanneer de draad te fluffy blijft moet je kiezen voor een hogere ratio (snelheid) en dat kan om je snaar in een lagere groef te zetten. Mogelijk kun je de spanning iets bekrachtigen (maar dat zou ik pas in 2e instantie doen). 

Aanhechten en spinnen

Het is zaak om heel geleidelijk over een lengte van 10 centimeter de katoen aan de wollen aanhechtingsdraad of al reeds gesponnen draad aan te hechten. Je hecht dus niet meteen de hele lont aan maar houd de lont iets schuin en trekt een klein plukje schuin uit de lont. (foto 10). Een hele effectieve manier is om de lont losjes om je vingers te vouwen (foto 11) en een plukje eruit te trekken en deze over de aanhechtingsdraad te leggen. Houd bij het aanhechten even de draad wat tegen voor deze in het vluchtgat verdwijnt, je moet zeker weten dat het goed is aangehecht (op die plek zal er wat twist zijn). Nu kun je verder losjes wat vezels uit het lont om je vingers trekken.

Door een korte stapel lengte zullen als vanzelf je linker en rechterhand dichter bij elkaar zijn (“short draw spinning”) steeds trek je losjes kleine plukjes uit de lont, zodanig dat je niet de verbinding met de lont verliest en je ook de hechting aan de spinnende draad behoud. Mijn ervaring is om niet te snel te willen gaan want dan kun je de regie gemakkelijker verliezen over het geleiden van de vezels.

Soms merk je dat er te veel vezels ineens in het spingat verdwijnen en dat een dikker gedeelte al mee wordt getrokken, ga dan langzamer trappen. Je kunt dan ook even afbreken en de dikte wat uitpluizen en weer opnieuw aan hechten. Wanneer je wat meer ervaring met spinnen hebt en je merkt dat de draad te dun wordt kun je dat al spinnend herstellen door wat meer vezels erbij te trekken als je dat ziet aankomen, maar nogmaals dit is een kwestie van oefening. 

Tot slot een bemoediging …

Hoewel ik de nodige spinervaring heb voelde het spinnen van katoen, het eerste uur, alsof ik weer begon met spinnen. Om de haverklap brak de draad omdat deze nog te fluffy was, of juist kringelde vanwege een te sterke twist. Of hele plukken katoen werden al voortijdig door het spingat geleid zodat een dikke prop ontstond. Waarschijnlijk herken je deze euvels allemaal van het moment dat je leerde spinnen. Zoals het je toen lukte om na verloop van een paar uurtjes een mooie draad te spinnen lukt dat uiteindelijk ook met katoen. Je zult dan bemerken dat de periode langer en langer worden zonder al deze euvels. De belangrijkste factoren die de juiste instelling schragen zijn liefde en geduld!

Ik zelf maak bij een nieuwe vezel altijd de afspraak dat ik de eerste 100 gram gewoon doorzet. Het lichaam moet de tijd krijgen om de juiste balans tussen het geleide van de vezel en het ritme van het trappen te verankeren in het motorisch geheugen. Na ongeveer 25 gram katoen spinnen begon ik deze balans te pakken te krijgen. Op deze laatste foto (12) zie je mijn eerste streng gesponnen en getwijnde katoen. 

bottom of page